De focus wordt hiermee gelegd op identiteit, biodiversiteit, mobiliteit en energie. In vier interviews worden deze bouwstenen nader toegelicht door experts. In het eerste interview was de mobiliteit het centrale onderwerp.
Jeroen vertelt dat ecologie een belangrijke rol in het gebied speelt en dat het landschap centraal staat. De huidige groenstructuur is vrij praktisch en eenvoudig door het kazerneverleden.
Een uitgangspunt van het gebied is om niet gecultiveerd te beheren, maar zoveel mogelijk op natuurlijke wijze te laten ontstaan. In het ecologisch concept houden we rekening met onze drie geboden (robuuster, verbinden en gradiënt toevoegen). Door het toevoegen van een zoom, een overgang van bos naar grasland, ontstaat een gradiënt (de overgang van het ene naar het andere gebied), die de biodiversiteit vergroot.
En nee, de ‘Big Five’ die we in buurtschap Crailo benoemd hebben als dieren die we graag aanwezig hebben in het gebied zijn niet de olifant en neushoorn en er sluipt ook geen leeuw rond straks. Met de Big Five van Crailo bedoelen we de rode eekhoorn, bruin blauwtje (vlinder), levendbarende hagedis, gevlekte witsnuitlibel en de gekraagde roodstaart. Een voorbeeld is de gevlekte witsnuitlibel in de poelen in het deelgebied Op Zuid en het bruin blauwtje in het middengebied bij het heide schraalgrasland. De hagedis willen we introduceren bij de relicten(*) van de stormbanen. De rode eekhoorn en gekraagde roodstaart (zie foto) zijn al aanwezig in het gebied. Waarom er gekozen is voor deze vijf dieren? Er is gekeken naar de potentie van het gebied en welke diersoorten al aanwezig zijn. Voor de kinderen wordt deze ‘Big Five’ gekoppeld aan speelplekken, om ook een educatieve kant aan te bieden.
Jeroen vertelt dat er een faunatoren voor vleermuizen komt op het terrein. Ook komen er nest-/broedkasten voor vleermuizen aan bomen en nestkasten op palen.
De vleermuizen worden gecompenseerd in het gebied omdat er gebouwen worden gesloopt. Er is afgesproken dat de vleermuizen tijdig een alternatief krijgen om in te kunnen nestelen. De palen worden binnenkort geplaatst en die blijven ook in het gebied staan als het gereed is voor bewoning. Een voordeel voor toekomstige bewoners? Vleermuizen voeden zich met insecten.
Jeroen vervolgt door te vertellen dat we idealiter zo veel mogelijk groen laten staan. Het groene casco van het gebied is leidend voor de nieuwe inrichting. Dwars door het plangebied komt een bomenlaan als verbindend element (Laan van Crailo). Momenteel wordt onderzocht welke soort boom geschikt is en wordt gekeken naar de lindeboom.
Het ontwerp kent een driedeling: in het kazernegebied is de bodem rijker, dit is terug te zien in de beplanting, daar komen meer gecultiveerde planten en bomen. Richting Op de Hei is de grond schraler en daar wordt rekening mee gehouden in de keuze van de bomen en struiken. Ook deelgebied Op Zuid bestaat uit schralere grond en daarop zal de beplanting worden aangepast.
Een ander principe in buurtschap Crailo is het hergebruik van materialen. Daarin zijn drie gradaties: van goed herbruikbare bomen wordt meubilair gemaakt, zoals bankjes en speeltoestellen. Daarnaast worden bomen hergebruikt als natuurlijke barricade om parkeren langs de wegen te voorkomen of gebruikt bij een speelplek. Wortels van bomen worden als stobbenwallen hergebruikt en dienen als schuilplaatsen voor kleine zoogdieren en reptielen.
Heeft u vragen over de ecologie in buurtschap Crailo? U kunt deze per mail stellen aan: projectbureau@crailo.nl.
Dit interview is het tweede van een serie van vier. Het volgende interview gaat over de identiteit van buurtschap Crailo, dan komt Esther Vlaswinkel van SVP aan het woord. Wordt vervolg dus ….
Jeroen Boon (OKRA)
(*) Een relict is een ecosysteem uit vroegere tijden dat grote veranderingen in het milieu heeft overleefd.